Tot aan het einde van de achttiende eeuw werden de Middeleeuwen afgedaan als een duister, barbaars tijdperk tussen de klassieke Oudheid en de Verlichting. Petrarca vond het een diepe afgrond. Erasmus verafschuwde de steriele geleerdheid van de Middeleeuwen. Voltaire haatte de middeleeuwse kerk, die het leven van mensen vergiftigde. En Adam Smith betreurde de macht van de gilden, die een vrije markt van vraag en aanbod in de weg stonden. Rond 1800 veranderde dat ineens. De Middeleeuwen waren nu een voorbeeld van authentieke menselijkheid, onderlinge verbondenheid en wederzijdse verantwoordelijkheid in hechte volksgemeenschappen. De Duitse dichter Novalis sprak van ¿schone schitterende tijden, toen Europa één christelijk land was¿, Walter Scott verheerlijkte in Ivanhoe de belangeloze trouw van de ridder, Karl Marx en William Morris zagen in de middeleeuwse gilden een voorafspiegeling van de solidariteit van de arbeidende klasse. Peter Raedts laat zien hoe deze radicale breuk samenhangt met de opkomst van de moderne nationale staat en met de overgang van een agrarische naar een geïndustrialiseerde samenleving. Deze ingrijpende veranderingen haalden de bestaande sociale structuren overhoop en om de veelal kwalijke gevolgen daarvan het hoofd te bieden keken schrijvers, dichters, filosofen...
new
Al verkrijgbaar vanaf € 27,50.
Aanbieder | Prijs | ||
---|---|---|---|
1 nummer voor € 27,50 | Bestellen |
De meeste mensen weten niet beter dan dat de rooms-katholieke kerk 2000 jaar oud is en dat er een directe lijn loopt van de apostel Petrus naar de huidige paus Franciscus. Peter Raedts laat zien dat de historische werkelijkheid heel anders was: zo was...