Eind 1871 besloot een aantal bewoners van de Amsterdamse Plantagebuurt voor hun vervoer naar het centrum van de stad tot - wat wij nu noemen - car pooling. Dat leidde een jaar later tot oprichting van de Amsterdamse Omnibus Maatschappij (AOM). Nadat ca. 10 omnibuslijnen in het bedrijf waren opgenomen besloot men over te gaan op railvervoer. In een kwart eeuw, van 1875 - 1900, kwamen 15 paardentramlijnen in bedrijf. De AOM bezat uiteindelijk ruim 250 paardentramwagens en meer dan 700 paarden. In 1900 werd het bedrijf overgenomen door de gemeente Amsterdam. Na een kleine uitbreiding van het paardentramnet werd dat in de erna volgende jaren volledig geëlectrificeerd. Veel paardentrams kregen een tweede bestaan als bijwagen in Amsterdam of bij een trambedrijf elders. Naast bovenstaande feiten komen in dit boek ook vele merkwaardige gebruiken ter spraken die specifiek zijn voor Amsterdam zoals het personeelsbeleid en de omgang met de passagiers.
new
Al verkrijgbaar vanaf € 19,95.
| Aanbieder | Prijs | ||
|---|---|---|---|
| 1 nummer voor € 19,95 | Bestellen |
