Een historische roman, spookverhaal, detective en liefdesgeschiedenis ineen, en een bezoek aan het verre voorgeslacht: vreemd volk, maar met vertrouwde trekken, dat na vijfhonderd jaar nog boeiend gezelschap biedt.
Zes jaar oud, in het ziekenhuis, leert Melchior dat de mens alleen is en dat er altijd in hem gesneden wordt. Op zijn dertiende besluit hij zijn leven te wijden aan boeken en aan de liefde, van allebei veel. De veertig voorbij gaat de dichter en docent...