`Niets, niets had dat huwelijk hem opgeleverd; geen bruidsschat, geen zoon, niet de hulp van de familie, en zelfs niet dat wat Diodata hem vroeger gaf, wat afleiding, een uurtje vertier net als het glas wijn voor de arme man die de hele dag heeft gewerkt!...
`Plotseling was het zo donker geworden dat je geen hand voor ogen meer zag. Alleen de golven die vlak langs de Voorzienigheid joegen, lichtten op alsof ze ogen hadden en de boot wilden opslokken. Niemand durfde nog een woord te zeggen, midden op die zee...